Routeontwerp A2

A2

Opdrachtgever(s)

  • Steunpunt routeontwerp (ministerie VROM en LVN)

Oppervlakte

  • 212 km

Jaar van ontwerp

  • 2006 - 2007

Werkzaamheden MTD

  • visie wegomgeving

Werkveld(en)

  • infrastructuur
  • visie
een samenhangend landschappelijk ontwerp voor de A2 en haar directe omgeving

In de nabije toekomst gaat een groot deel van de A2 op de schop; hiermee ontstaat een kans om ook de directe omgeving van de snelweg aan te pakken en daarmee de beleving van en vanaf de weg. De goede bereikbaarheid en zichtbaarheid heeft de directe wegomgeving in de afgelopen jaren tot een aantrekkelijk vestigingsmilieu gemaakt voor bedrijfsgebouwen, geluidsschermen en reclame-uitingen. Er is echter een groeiende maatschappelijke weerstand tegen de verrommeling en versnippering van het landschap, die deze ontwikkeling met zich meebrengt. En betrokken partijen; ministerie van Rijkswaterstaat (RWS) en landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), Rijkswaterstaat, provinciale overheden, waterschappen en lokale overheden, hebben een gedeelde ambitie om de ruimtelijke kwaliteit van het snelweglandschap te verbeteren.
In 2006 kreeg MTD landschapsarchitecten van Rijkswaterstaat opdracht voor het opstellen van een routeontwerp voor de A2. Hoofddoel van deze opgave was in eerste instantie het ontwikkelen van een leidraad voor de ruimtelijke ontwikkelingen van de snelweg en haar directe omgeving en bovendien voor het creëren van draagvlak onder de betrokken overheden en marktpartijen.

het ontwerp
De A2 kan worden getypeerd als route van stad en land; de weg voert langs de centraal in Nederland gelegen grote steden, die van elkaar worden gescheiden door grote landschappelijke eenheden: Amsterdam / Groene Hart / Utrecht / Rivierengebied / ’s Hertogenbosch / Brabantse Zandgronden / Eindhoven / Peel en Maasdal / Maastricht / Limburgse Heuvelland. Het routeontwerp A2 wil de karakteristieke afwisseling en het contrast van stad en platteland versterken. Hierbij verliest het klassieke beeld van de stad omringd door haar ommeland terrein ten gunste van de netwerk stad, waar het platteland deel uitmaakt van de stedelijke netwerken. In dit licht is het van groot belang niet zozeer de stad te begrenzen als wel de landschappelijke schaal en belevingssnelheid van de weggebruiker te benoemen, begrenzen en vorm te geven.
Door betrokken partijen zijn hierbij vijf thematische opgaven vastgesteld; stadssilhouet en imago: het versterken van de allure van het stedelijk gebied; nationale landschappen: het etaleren en het attent maken op onze nationale landschappen; herkenbaar cultuurlandschap: het verbeteren van de leesbaarheid van historische structuren en elementen; dwarsrelaties: het ontwikkelen van ecologische, recreatieve, infrastructurele, stedelijke en waterhuishoudkundige structuurelementen die beiden zijden van de weg verbinden; regionale werklandschappen: bovenlokale samenwerking voor bedrijfsmatige ontwikkeling, profilering en zorgvuldige inpassing.
Binnen deze opgaven worden twee strategieën toegepast. Voor stedelijke trajecten is de strategische inzet gericht op het versterken van de allure van het stedelijke gebied; de tendens van citybranding wordt gevolgd en versterkt. De strategische inzet voor de landschappelijke trajecten is gericht op het bewaren en versterken van de eigenheid en herkenbaarheid van de grote landschappelijke eenheden. Overgangen van stad naar landschap worden hierbij gemarkeerd.