de Ploen

Duiven

Opdrachtgever(s)

  • Trebbe Bouw Noord-Oost

Oppervlakte

  • 7 ha

Jaar van ontwerp

  • 2004 - 2007

Jaar van uitvoering

  • 2007 - 2009

Uitvoeringssom

  • € 1.100.000

Werkzaamheden MTD

  • stedebouwkundig ontwerp, inrichtingsplan openbare ruimte en uitvoeringsvoorbereiding

Extra informatie

  • In samenwerking met
    DAAD architecten

Werkveld(en)

  • stedenbouw
dorps wonen in een rivierduinlandschap

In 2004 heeft de gemeente Duiven een meervoudige opdracht uitgeschreven voor het ontwikkelen van een stedenbouwkundige schets en beeldkwaliteitplan voor een nieuw woongebied aan de noordzijde van Duiven; de Ploen. Als streefbeeld voor de architectuur van de woningen en de inrichting van de openbare ruimte werd het rivierduinlandschap meegegeven, waarbij natuurlijke hoogten in het rivierengebied, ook wel donken genoemd, door de mens worden geoccupeerd en getransformeerd tot woongebied.
Hoofddoel van de opgave was een nieuwe woonwijk te ontwikkelen met een herkenbaar en samenhangend ruimtelijk beeld, waarbinnen de afzonderlijke woonenclaves zich zouden onderscheiden door een eigen identiteit. MTD landschapsarchitecten verwierf, in een combinatie met Trebbe Bouw en DAAD architecten, op basis van een landschappelijk concept voor dorps wonen geïnspireerd op het cultuurhistorisch occupatiepatroon van de donken de uiteindelijke opdracht.

het ontwerp
Eerste strategische inzet van het stedenbouwkundige plan en beeldkwaliteitplan betreft de wijkontsluitingsweg; om de individualiteit van de afzonderlijke woonenclaves te versterken is gekozen voor een tracé in het open, lager gelegen gebied tussen de donken. Vanuit deze centrale ontsluitingsweg worden vervolgens de afzonderlijke donken ontsloten, waarbij het in het landschap geïntroduceerde reliëf van zo’n 1.5 meter beleefbaar wordt.
Tweede strategische inzet is de radiale structuur van de afzonderlijke donken met centraal gelegen een brink; een driehoekig pleintje in gras is gelegd met een aantal monumentale bomen. De brink vormt de meest prominente plek van de afzonderlijke donken en een brandpunt van activiteiten en beweging.

Rond de brink liggen de woningen geordend met hun voorzijden gericht op het pleintje en hieraan gekoppeld middels een halfverharde rabatstrook. De overgang van brink naar buiten wordt vervolgens versterkt door een combinatie van de inzet van het geïntroduceerde hoogteverschil, de woningdifferentiatie, het kappenplan en de inrichting van de openbare ruimte. Het hoogteverschil is hierbij vormgegeven in twee niveaus; het niveau van de brink en de daar omheen geordende compacte woonbebouwing en een lager gelegen niveau met een ring van lossere, meer individuele woonbebouwing. De overgang tussen beiden niveaus wordt gemarkeerd door een 'achterpad'. De overgang van de afzonderlijke donken naar het omliggende landschap wordt vervolgens vormgegeven middels hagen.
Derde strategische inzet van de plannen is het versterken van de eigen identiteit van de afzonderlijke donken; deze komt ondermeer tot uitdrukking in subtiele verschillen in architectuur en materiaalgebruik van de woningen en in een ander sortiment van de bomen op de centraal gelegen brinken.
Er ontstaat een in landschappelijke en stedenbouwkundige zin sterk samenhangend woongebied, waarbij de afzonderlijke donken zich onderscheiden door een eigen identiteit.