ONTWERP IN EEN HISTORISCHE CONTEXT

Bij een ontwerpopgave in een cultuurhistorische context, gaat het wat het bureau betreft, steeds om de zoektocht naar het specifieke karakter oftewel de ‘genius loci’ van een plek. Dit specifieke karakter loci kan vervolgens de basis vormen voor het opstarten van een nieuwe ontwikkeling.
Met andere woorden de ruimtelijke omgeving wordt bestudeerd op haar meest essentiële kenmerken, om te komen tot de intelligente ‘zet’, die deze kenmerken kan versterken en nieuwe kwaliteiten kan toevoegen ten behoeve van de toekomst. Er wordt gestreefd naar een combinatie van conserveren en restaureren van cultuurhistorische kwaliteiten en structuren en het toevoegen van daarop geïnspireerde landschapsarchitectonische en architectonische elementen; tot een uitgebalanceerd evenwicht tussen behoud en vernieuwing.

Huize Moerenburg, Tilburg
Huize Moerenburg, Tilburg

De ruimtelijke omgeving wordt bestudeerd op haar meest essentiële kenmerken, om te komen tot de intelligente ‘zet’, die deze kenmerken kan versterken en nieuwe kwaliteiten kan toevoegen ten behoeve van de toekomst.

De visie van het bureau met betrekking tot het ingrijpen in een stedelijke of landschappelijke situatie met belangrijke cultuurhistorische waarden, wordt in eerste instantie gedragen door het geloof in ‘gelijktijdigheid’; de gelijktijdigheid van verleden en heden, welke DE ruimtelijke kwaliteit bij uitstek is. Immers het oude is niet voorbij en ondertussen is de toekomst al deel van de actualiteit; van het heden. Het tegelijkertijd afleesbaar maken van de afzonderlijke tijdslagen brengt dit tot uitdrukking. Moderniteit in de zin van ‘een breuk met de geschiedenis’ past niet in een dergelijke benadering. Inzet is juist om de historische gelaagdheid en de continuïteit van de ontwikkelingsgeschiedenis van een plek te helen en beleefbaar te maken.
Een dergelijk zich voegen in de continuïteit van de ontwikkelingsgeschiedenis, sluit een hedendaagse vormgeving en de toepassing van eigentijdse technieken en materialen niet uit. Architectonische en landschappelijke structuren en elementen met een zekere mate van tijdloosheid; hedendaags en onzichtbaar aanwezig, zijn het doel.
Vormgeving en materialisering zouden in eerste instantie referenties moeten zoeken in de identiteit van een plek. Niet historiserend, maar wel schatplichtig aan het verleden.
Dat levert wat het bureau betreft een ontwerp wat recht doet aan de cultuurhistorische kwaliteiten van een plek, maar wat ook duurzaam is; het levert een ontwerp dat ‘tijdvast’ en ‘tijdbestendig’ is.