Stationsplein Maastricht

Maastricht

Opdrachtgever(s)

  • Gemeente Maastricht

Oppervlakte

  • 0,5 ha

Jaar van ontwerp

  • 2015 - 2016

Jaar van uitvoering

  • 2016 - 2017

Werkzaamheden MTD

  • inrichtingsplan Stationsplein en ontwerp voor de entrees en het interieur van de fietsenkelder

Werkveld(en)

  • openbare ruimte
  • pleinen

Begin 2015 kreeg MTD landschapsarchitecten opdracht tot het opstellen van een Inrichtingsplan voor het Stationsplein en de Percée en een Ontwerp voor de entrees en het interieur van de fietsenkelder. Eén en ander is in samenwerking met Thomas Kemme architecten uitgewerkt tot een technisch ontwerp. Het bureau verzorgde tijdens de realisatie tevens het technisch en esthetisch toezicht bij de uitvoering.
Tegelijk met de realisatie van de fietsenkelder, kreeg ook het Stationsplein haar voorlopige inrichting. Het is de bedoeling dat, nadat er een finaal besluit is genomen met betrekking tot het busstation en de inrichting van de Percée, de definitieve inrichting gerealiseerd wordt.

Hoofddoel van het Inrichtingsplan openbare ruimte is het creëren van een aangenaam plein dat als visitekaartje kan fungeren voor de stad en de route van het Station naar de binnenstad en vice versa. Hierbij is het de ambitie om de entrees en lichtvide naar de ondergrondse fietsenkelder maximaal in te passen in het plein.
De hoofdentree naar de fietsenkelder is gesitueerd in de middenberm van de Percée. De middenberm krijgt hierbij weer haar oorspronkelijke betekenis voor flaneren en verblijven onder een bladerdak van bomen en krijgt een nieuwe beëindiging middels de hoofdentree en overkapping naar de fietsenkelder. Hierbij worden de bomen in de middenberm behouden en aangevuld.
De hoofdentree naar de ondergrondse fiets- en scooterstalling wordt gerealiseerd in de vorm van een tapis roulant met overkapping. De circa 1.0 meter hoge borstwering is robuust vormgegeven in belgisch hardsteen. Dit materiaal loopt door in de wanden aan de binnenzijde van de coupure voor de tapis roulants. Deze vertikale samenhang tusen boven- en onderwereld vormde een belangrijk uitgangspunt voor ontwerp.
De overkapping krijgt vorm middels een achttal stalen circa 5.5 meter hoge kolommen, die wat betreft hoofdvorm refereren aan de kolommen van de kapconstructie op de perrons van het station. Zij dragen een stalen kap met in het midden een opening, welke afgedekt wordt met een iets convexe glasplaat. In de glasplaat is een grid van fotocellen voorzien.
Een tweede entree naar de ondergrondse fiets- en scooterstalling is geintroduceerd op het Stationsplein. Zij is gesitueerd net terzijde van en in de hoofdrichting van de hoofdentree van het stationsgebouw. Deze entree bestaat voornamelijk uit een circa 1.0 meter hoge natuurstenen borstwering en een natuurstenen trap.
Tweede inzet van het Inrichtingsplan is het Stationsplein te vergroten in westelijke en noordelijke richting; tot het zich weer, net als in de oorspronkelijke situatie, uitstrekt over de volle breedte van het stationsgebouw. Hierbij wordt, net als in de oorspronkelijke situatie, een trappartij geïntroduceerd voor de hoofdentree, zodat het stationsgebouw weer stevig wordt verankerd met het plein. Het is de intentie dat alle drie de deuren van de hoofdentree weer open gaan en dienst doen als entree. Rond de trappartij wordt in de vloer van het plein een plateau uitgesproken.
Plein en Percée worden gematerialiseerd in gezaagde lichtgrijze natuurstenen keien in een segmentverband; het plateau en de trappartij in (gebrande) Belgisch hardstenen tegels.
Als belangrijke elementen, wordt in de uiteindelijke inrichting van het plein, een eigentijdse versie van de betonnen lichtmasten, die hier oorspronkelijk stonden, terug gebracht. De 11 meter hoge stalen masten worden voorgesteld aan weerszijden van de hoofdentree; min of meer op de plek waar zij oorspronkelijk stonden.