MTD verwerft opdracht Leerfabriek te Oisterwijk

Oisterwijk
1 april 2014
De gemeente Oisterwijk nodigde vijf bureaus uit om een offerte op te stellen voor een Inrichtingsplan Openbare Ruimte voor de eerste fase en een Handboek Beeldkwaliteit Openbare Ruimte voor het KVL-terrein te Oisterwijk. Naar aanleiding van een presentatie van hun visie op de opgave en de offerte verwierf uiteindelijk MTD landschapsarchitecten de opdracht. Het bureau zal in een compact planproces aan het Inrichtingsplan en Handboek werken. De gemeente Oisterwijk en de provicie Noord-Brabant hebben de gezamenlijke ambitie om met de herontwikkeling van het industriële fabriekscomplex Koninklijke Verenigde Leder (KVL) een nieuw en veelkleurig woongebied aan de kern toe te voegen. Op het terrein van zo’n 11 hectaren, gesitueerd tegen het centrum van Oisterwijk aan, was tot 2000 de grootste leerlooierij van Europa gevestigd. Met het sluiten van de fabriek, kwam een uitgebreid historisch gebouwencomplex leeg te staan. Deze (rijks)monumentale gebouwen, met een vloeroppervlakte van circa 26.000 m2, dateren uit het begin van de 20e eeuw en vormen een waardevol ensemble en het hart van de nieuwe stedenbouwkundige ontwikkeling.
Hoofddoel van de stedenbouwkundige herontwikkeling is om de cultuurhistorische waarden van het ensemble van historische gebouwen en de sfeer van het plangebied te behouden en te versterken en deze een nieuwe betekenis en programmering te geven als onderdeel van een nieuw woongebied.
Belangrijke basis voor de stedenbouwkundige herontwikkeling is vastgelegd in het Masterplan / Beeldkwaliteitplan / Stedenbouwkundig Plan KVL-terrein te Oisterwijk, zoals dat in opdracht van de gemeente Oisterwijk is opgesteld (Diederen-Dirrix architecten; 2014). Het Inrichtingsplan en Handboek Beeldkwaliteit zullen hiervan een nadere uitwerking vormen.
Hiertoe zullen het te ontwikkelen Inrichtingsplan Openbare Ruimte en het Handboek Beeldkwaliteit Openbare Ruimte in de optiek van het bureau gekenmerkt moeten worden door een aantal kwaliteiten. Zij dienen:

  • gebaseerd te zijn op de ‘genius loci’ van het KVL-terrein;
  • gebaseerd te zijn op duurzame uitgangspunten;
  • flexibel te zijn in de zin dat het plan toekomstige stedenbouwkundige en architectonische ontwikkelingen
    in zich kan opnemen;
  • beeldend en communicatief te zijn om het een handzaam en bruikbaar document te maken;
  • inhoudelijk en kwalitatief voldoende geborgd te worden binnen de gemeentelijke organisatie.
Zie ook: Nieuws