nieuw jaarboek gepresenteerd; Museumkwartier Den Bosch één van de projecten!

19 december 2013
Afgelopen zaterdag 14 december werd in het Architectuurcentrum CASA te Arnhem het Blauwe Kamer Jaarboek Landschapsarchitectuur en stedenbouw 2013 gepresenteerd. Een onafhankelijke selectiecommissie, onder voorzitterschap van rijksadviseur Eric Luiten, koos voor dit tiende jaarboek zevenentwintig voorbeeldige projecten, waaronder het Museumkwartier te ’s-Hertogenbosch van MTD landschapsarchitecten, en categoriseerde ze binnen een viertal thema’s; een lange adem bij het werken aan de stad, een nieuwe rol voor ontwerpers, bewezen ambacht en ingenieurskunst en ruimtelijk ontwerp. Een aantal boeiende speeches van Harro de Jong over het tot stand komen van het Bartokpark te Arnhem, van de Vlaamse planoloog en Amerikaganger Kristof van Assche over de hedendaagse Nederlandse ruimtelijke ordening en van juryvoorzitters Eric Luiten (aftredend) en Guido Wallagh (komend) over de selectie, gaven het geheel luister. Het van de hand van MTD landschapsarchitecten geselecteerde Museumkwartier te ’s-Hertogenbosch is ingedeeld onder de categorie bewezen ambacht. Een eervolle vermelding voor dit recent opgeleverde project.
Een belangrijke ambitie van het ontwerp van de pleinen, binnentuinen en directe omgeving van dit nieuwe culturele hart in de binnenstad van ’s-Hertogenbosch, was om het museumkwartier een sterke identiteit mee te geven, passend binnen de historische stad. De entreepleinen vormen hierbij de schakels met de Bossche openbare ruimte. MTD landschapsarchitecten kreeg in januari 2006 van de provincie Noord-Brabant opdracht voor het opstellen van een inrichtingsplan voor de terreinen van het Brabants Museum en het SM’s, die beiden hun onderdak vinden in het nieuwe Museumkwartier. In samenwerking met Bierman Henket architecten, die de architectonische uitbreidings- en nieuwbouwplannen voor de musea ontwikkelde, is een integraal ontwerp tot stand gekomen.
 Het beeld van het entreeplein van het Noordbrabants museum aan de Verwerstraat is grotendeels ongewijzigd gebleven. Wel heeft de hoofdentree een meer symmetrische opzet gekregen met een centrale trappartij en hellingbanen aan weerszijden daarvan. Bij de monumentale entreepoort zijn haagblokken geïntroduceerd en een robuust natuurstenen element met de naam van het museum. Zij hebben een betekenis in de begeleiding van de routing naar de nieuwe kaartverkoop in het poortgebouw. Het voorstel is om, net als aan de zuidzijde van het entreeplein, aan de noordzijde de Binnendieze weer open te graven met aanlegmogelijkheden voor bootjes.
Het entreeplein van het SM’S aan de Mortel, aan de andere zijde van het museumkwartier, heeft een eigen identiteit en eigentijdse uitstraling gekregen in aansluiting op de architectuur van de nieuwbouw. Het hart van het museumkwartier en een belangrijke schakel tussen het Noordbrabants Museum en het SM’S, vormt het museumrestaurant en de centraal gelegen museumtuin. Inzet was om de beeldbepalende elementen uit het oorspronkelijke ontwerp (MTD landschapsarchitecten; 1997) te behouden; de golvende grasmat, het gewelfde klimopveld en de aanwezige monumentale bomen. Ook het terras bij het restaurant is gehandhaafd. Vanaf hier ontstaan mooie zichten op de in het groen geëxposeerde beeldencollectie. Een wandelpad leidt naar een natuurstenen bank aan de andere zijde van de tuin, die zich insnijdt in de glooiing. Nieuw gegeven voor de museumtuin is dat deze nu aan vier zijden begrensd wordt door museale gebouwen; de glazen verbindingsgang tussen het Noordbrabants Museum en het SM’S vormt een architectonisch antwoord op de transparante gaanderij van Quist aan de overzijde.
Een min of meer verborgen plek binnen het museumkwartier vormt de nieuwe patiotuin, direct grenzend aan het museumrestaurant. Deze patio heeft een vergelijkbaar concept als de museumtuin met een verhoogd natuurstenen terras en een wandelpad naar een natuurstenen bank, vanwaar men terug kan kijken. De notenboom, die als volwassen exemplaar in de patio is gehesen, vormt een beeldbepalend element. Een andere sfeerbepalende, meer stenige plek vormt de patio, die vanaf de Waterstraat en in de avonduren de toegang tot het museumrestaurant verzorgt.
In het avondbeeld worden entreepleinen, binnentuinen en patio’s via de glazen wanden van de musea aangelicht. In aanvulling hierop worden een aantal bomen door grondspots subtiel verlicht.